woensdag 30 september 2009

Unheimliche Geschichten #1

Na een week vertoeven in deze stad heb ik al enkele keren mijn ogen wat wijder opengetrokken dan hun doorsnee positie. Aan deze momenten wijd ik aldus de sectie Unheimliche Geschichten. Moge er daarvan nog meerdere volgen.


1

Vorige week trok ik er in mijn eentje op uit in onze buurt. Een zeer bewuste beslissing, omdat ik er wel eens in durf te slagen om de oriëntatie te verliezen wanneer ik mij zelfs nog maar twee straten van het oord der vertrek bevind. Zo geschiedde. Het zonnetje scheen, de straten bleken van het soort dat een typische Belgische woonwijk siert, en ik merkte aan de horizon een merkwaardig soort einde van de wereld op. Het spreekt voor zich dat ik dus die kant op trok. Aan het einde van onze straat begint een speelstraat, en daarachter is er een klein bosje. Het leek een bosje te zijn waar wel eens in pleegt gewandeld te worden, zo bewezen de kleine wandelpaadjes her en der. Ik zette er nieuwsgierig maar vastberaden de pas in en bevond mij enkele minuten later als bij wonder in een geheel andere wereld: natuur en bos overal rondom mij. Nuchter als ik ben, week ik niet af van het wandelpadje. Ik dacht dat ik uiteindelijk wel weer op de straat zou terechtkomen, maar niets van dat.

In plaats daarvan bemerkte ik tussen het gebladerte een onnatuurlijk ogend fluo-oranje object op. Mijn nieuwsgierigheid dwong mij tot naderen. En daar zat een man. In een fluovestje. Op een stoel, tussen de rest van zijn zelfgebouwd vakantiehuisje, dat bestond uit enkele golfplaten en ander afval.

Een moment twijfelde ik nog of ik met hem een praatje zou gaan maken, maar toen ik probeerde om wat Tsjechische zinnen te bedenken, kwam ik al snel tot de conclusie dat mijn kennis van het Tsjechisch zich helaas nog beperkt tot een schamel 'ahoj' en 'dobry den', uitspraken waarmee zo'n dakloze in een fluovestje in het midden van een bos niet veel is. Dus klapte ik mijn van verbazing gapende mond maar weer dicht en maakte mij uit de voeten. Of hij mij gezien heeft of niet, weet ik eigenlijk niet.


2

Enkele avonden later was ik met Tai, een Canadese couchsurfer, wijn gaan drinken in de stad. Een zeer prettige avond, die werd afgesloten met een trip met de nachttram naar huis. Wij stonden dus met ons tweetjes gezellig in het Engels te kwebbelen aan de tramhalte - de ene al iets vlotter dan de andere - toen er plots iemand kwam aangewaggeld met de vraag of wij Engels spraken. Hij was een beetje te dronken om de juiste tram te nemen, dus schoten wij uiteraard ogenblikkelijk te hulp. Uiteindelijk stapte hij dan maar op dezelfde tram als ik, gewoon uit intuïtie dat ik wel in de juiste richting zou vertrekken. Zo zitten wij daar op de tram en ik probeer hem uit te leggen dat ik zelf niets weet van het openbaar vervoer, laat staan dat ik zijn halte weet zijn.
Hoewel behoorlijk beschonken, bleek onze man toch nog behoorlijk bij de pinken, want hij merkte iets merkwaardigs op aan mijn Engels accent. Toen ik hem op zijn vraag waar ik vandaan kwam, "Belgium" antwoordde, gilde hij in het oervlaams:

“Zegtdatniewaaris! Aleeee jong! Zegtdatniewaaris! Dakikhieropdentram... alee jong!”

En toen ik hem vertelde dat ik niet ver van Mechelen woon, kreeg ik de eer ook zijn naam en woonplaats te kennen:

“Van Mechelen! Aleeee jong!
Já, ik zen de Johan! Ik zen van Erpskwerps!” - hoewel dat laatste gezien zijn toestand eerder klonk als erpzjkwerpzj.

Hij wist mij ook nog het volgende te vertellen:

ikzjenzjozjat!zjozjat!

Wij werden glimlachend gadegeslaan door de rest van de tramzitters. Maar Johan wilde toch wel graag naar huis, dus liet hij zich helpen door een vriendelijke Tsjechische knaap die op zijn GSM in het internet dook en voor onze goede Johan de juiste tram naar huis opzocht. Niet naar Erpzjkwerpzj weliswaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten